hagen.vanhulle.website

Alvorens u gaat planten

TRANSPORT

Planten met blote wortel moeten tijdens het vervoer beschermd worden tegen uitdroging (beschermen met een folie).
U dient ze na het transport water te geven en onmiddellijk te planten of in te kuilen.

PLANTEN

De aangekochte planten zullen het best hergroeien in goed bewerkte grond die voldoende doorlatend is.
Spit daarom de grond voldoende om en maak grote plantgaten.
Meng de grond met plantcompost.
Vermijd het gebruik van stalmest om verbranding van de wortels te vermijden.
Plant de planten zo diep als ze gestaan hebben.
Druk de grond goed aan en geef regelmatig voldoende water.
Een jaarlijkse bemesting is aan te raden, maar lees steeds de bijsluiter en gebruik de meststoffen op de juiste manier.

DE BODEM

De bodem is het begin van elke tuin.
De meeste planten kan u overal planten, maar toch zal u aan de groei kunnen merken of ze het daar werkelijk naar hun zin hebben.
De grondsoort, de vochtconditie en de bemesting zijn belangrijk als u een oase van mooie en gezonde planten wilt creëren.

Grond bestaat uit vaste deeltjes waartussen lucht en water zit. De grootte van deze korreltjes bepaalt de grondsoort. Zandgrond heeft de grootste korrels en vertoont weinig samenhang. Leemgrond heeft een iets fijnere korrel. Kleigrond heeft de fijnste korrels. Als u met deze grondsoorten een rolletje vormt, zal het bij zandgrond uit elkaar vallen, bij leem een rolletje worden dat breekt wanneer u het buigt en bij klei een rolletje dat bij buiging niet zal breken.

  • Zandgrond
    Zandgrond is een lichte grond waar niet alleen het regenwater, maar ook de voedingsstoffen gemakkelijk doorsijpelen en wegspoelen. Het is dan ook vaak een droge en arme grond. Doordat hij relatief weinig water bevat, warmt hij in het voorjaar snel op, maar koelt hij 's nachts ook snel weer af. Planten zullen daardoor vroeger gaan groeien dan op andere gronden, maar zullen daardoor ook gevoeliger zijn voor nachtvorst.
  • Leem- en kleigrond
    Leem- en kleigrond zijn rijkere grondsoorten die het water beter vasthouden dan zandgrond. Ze warmen minder snel op en drogen bijna nooit uit. Kleigrond bestaat uit zeer kleine deeltjes die dicht op elkaar zitten waardoor de grond heel zwaar is om te bewerken. In natte periodes kan het water blijven staan.
  • Zandleemgrond
    Deze grondsoort is de beste op vlak van waterhuishouding en voedselrijkdom. Op deze grond gedijen zowel de planten van de zandgrond als de planten van de leemgrond. In België komt die voor in het zuiden van West- en Oost-Vlaanderen en in het westen van Vlaams en Waals Brabant. Hij is zeer geschikt voor landbouw en sierteelt.