hagen.vanhulle.website

Meer over haagplanten

Er zijn verschillende redenen om een haag te planten. Als omheining van een stuk grond, als afscheiding tussen twee percelen, als windscherm, als omranding van beplantingsvakken, als achtergrond, ...

Haagplanten worden aangeplant tussen begin november en half april als de planten in rust zijn.
Voor het aanplanten gelden de algemene regels :

  • voldoende diepe plantgaten maken
  • de grond omspitten en mengen met compost
  • de planten op dezelfde diepte planten als ze gestaan hebben
  • de grond goed aandrukken
  • regelmatig voldoende water geven

Afstand tussen de planten

Hoeveel planten u per lopende meter nodig heeft, is afhankelijk van de soort.
Hoe verleidelijk het ook is om meer planten te zetten, tracht dit aantal te respecteren.

Overbeplanting heeft al snel negatieve gevolgen :

  • de planten kunnen zicht niet volledig ontwikkelen zonder elkaar te hinderen
  • na enkele jaren ziet de aanplanting er slordig uit
  • een groot risico op verstikking, vooral bij de coniferen, zodat de volledige haag mislukt

Voor haagplanten zoals Fagus, Ligustrum en Carpinus, volstaat een aanplanting van 3 tot 5 planten per lopende meter.

Voor coniferen moet u een veel grotere plantafstand respecteren, ongeveer 60 tot 70 centimeter. Coniferen die te dicht staan, blijven vochtig en krijgen last van schimmel. Ze worden onderaan bruin.

Enkel de Taxus baccata wordt dichter aangeplant, namelijk met een plantafstand van 30 tot 40 centimeter.

Afstand tegenover de scheidingslijn

Als een haag wordt aangeplant als scheiding, is het niet alleen van belang de afstand tussen de planten te respecteren. Om burenruzies te vermijden dient u ook rekening te houden met de plantafstand tegenover de scheidingslijn. Algemeen gelden de volgende bepalingen (maar het is best mogelijk dat er in uw gemeente nog andere en bijkomende regelgevingen gelden) :

  • Een haag als afscheiding tussen twee eigendommen moet geplant worden op minstens 50 centimeter van de scheidingslijn en mag niet hoger worden dan 2 meter.
  • Het onderhoud is voor de eigenaar en de buur moet de betreding van zijn eigendom toelaten zodat de haag ook aan zijn kant kan gesnoeid worden en het snoeisel kan opgeruimd worden.
  • Mits onderlinge toestemming kan u de haag ook op de scheidingslijn aanplanten.
  • Een haag aan de straatkant moet geplant worden op minstens 50 centimeter van de straat en mag niet hoger groeien dan 1,70 meter. In een bocht of bij een kruispunt mag deze haag slechts 1,20 meter hoog zijn.

Traditioneel maakt men het onderscheid tussen :

  • groenblijvende haagplanten
    • loofhoutgewassen
    • coniferen
  • bladverliezende haagplanten

Voorbeelden van groenblijvende haagplanten :
Voorbeelden van bladverliezende haagplanten :

Het onderscheid tussen groenblijvende en bladverliezende haagplanten is slechts één manier van indelen. Er zijn zoveel meer mooie haagplanten die om verschillende redenen kunnen aangeplant worden. In het menu links vindt u een indeling van haagplanten volgens bodem, bloei, snoei, ...

Het verschil tussen beukenhaag en haagbeuk

Dit is één van de meest gestelde vragen. Hieronder proberen wij u het verschil duidelijk te maken.

Beukenhaag of Fagus sylvatica

  • behoort tot de beukenfamilie
  • in de winter blijven de dorre bladeren aan de takken hangen en zij vallen pas af als de nieuwe blaadjes verschijnen
  • wordt in de lente later groen
  • groeit trager
  • heeft groene of rode bladeren
  • bladeren zijn gaver en gladder, maar ook gevoeliger voor verbranding na het snoeien
  • verkleurt in de herfst mooi van geel naar roodbruin
  • moet regelmatig gesnoeid worden om goed dicht te groeien
  • groeit het best op een lichte, doorlaatbare zandgrond, houdt niet van kleigrond
  • is duurder

Haagbeuk of Carpinus betulus

  • behoort tot de berkenfamilie
  • verliest in de winter meer dorre bladeren en zorgt dus voor minder privacy
  • wordt in de lente vroeger groen
  • groeit sneller
  • bestaat alleen met groene bladeren
  • bladeren zijn ruwer en diepgenerfd
  • wordt geel en verliest bij de eerste vorst veel bladeren
  • moet pas gesnoeid worden als de gewenste hoogte bereikt is
  • stelt weinig eisen aan de bodem
  • is goedkoper